[[{“value”:”Rechtbank Gelderland oordeelt dat de eigenwoningregeling niet leidt tot schending
van mensenrechten. Aan de fiscale wetgever komt een ruime beoordelingsvrijheid toe.
Een vrouw en haar partner zijn een geregistreerd partnerschap aangegaan en hebben
elk een eigen koopwoning. De woning van de vrouw is aangemerkt als eigen woning, terwijl
de woning van haar partner in box 3 is opgenomen. De vrouw stelt dat dit leidt tot
een ‘trouwboete’ en schending van haar mensenrechten, omdat de hypotheekrente van
de woning van de partner niet aftrekbaar is. In geschil bij Rechtbank Gelderland is
of het gelijkheidsbeginsel is geschonden of art. 8 EVRM is geschonden en of sprake
is van een individuele en buitensporige last voor de vrouw.
Oordeel rechtbank over eigenwoningregeling IB De rechtbank overweegt dat de fiscale wetgever een ruime beoordelingsvrijheid heeft.
Het gelijkheidsbeginsel is niet geschonden, omdat geregistreerde partners juridisch
niet gelijk zijn aan personen zonder geregistreerd partnerschap. Art. 8 van het EVRM
niet is geschonden, omdat de eigenwoningregeling bij wet is voorzien en het economisch
belang van de Staat dient. Er is ook geen sprake van een individuele en buitensporige
last voor de vrouw, gezien haar financiële situatie. Ook heeft de inspecteur het motiveringsbeginsel
niet geschonden. De rechtbank verklaart het beroep van de vrouw ongegrond.
Bron: Rb. Gelderland 25-09-2024 (gepubl. 20-11-2024).”}]]