Bel ons Stuur een mail Klantenportaal Naar klantenportaal

​Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft geoordeeld dat het niet meer mogelijk is een
informatiebeschikking op leggen aan een ontbonden VOF.

Op 1 juli 2015 zijn twee ondernemers samen een VOF aangegaan. Vanaf 1 januari 2018
zijn de activiteiten van de VOF overgenomen door een bv. Volgens het uittreksel uit
de KvK is de VOF ontbonden en per 1 januari 2019 opgeheven. Naar aanleiding van een
boekenonderzoek is aan de (ontbonden) VOF een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd
over de periode 1 juli 2015 tot en met 31 december 2017. Tijdens de bezwaarfase heeft
de inspecteur met dagtekening 29 januari 2021 een informatiebeschikking aan de vof
gegeven.
Bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant is in geschil of de inspecteur de informatiebeschikking
wel had mogen geven. Vaststaat dat de informatiebeschikking is gegeven op een tijdstip
waarop de VOF is opgeheven en toen is opgehouden te bestaan. De Hoge Raad heeft op
21 april 2023 geoordeeld dat aan een rechtspersoon geen verplichtingen meer kunnen
worden opgelegd vanaf het moment dat een rechtspersoon ophoudt te bestaan. De inspecteur
is van mening dat dit arrest niet geldt omdat een VOF geen rechtspersoonlijkheid heeft.
De rechtbank ziet geen aanleiding om de gevolgen van voornoemd arrest te beperken
tot vennootschappen met alleen rechtspersoonlijkheid. Ook als een VOF ophoudt te bestaan,
acht de rechtbank het niet meer mogelijk om aan de ontbonden VOF nog informatieverplichtingen
op te leggen. De inspecteur was niet bevoegd de informatiebeschikking op te leggen.
Bron: Rb. Zeeland-West-Brabant 23-08-2023 (gepubl. 04-09-2023). 

Punt & Van de Weerdt