Bel ons Stuur een mail Klantenportaal Naar klantenportaal

​Rechtsbijstand op no cure, no pay-basis staat niet in de weg aan een IMSV. Het maakt
ook niet uit dat een IMSV altijd moet worden afgedragen. De per 2024 geldende lagere
vergoeding bij WOZ-zaken geldt niet voor eerdere besluiten en uitspraken.

Een man tekent bezwaar aan tegen de WOZ-waarde van zijn bovenwoning. Hij schakelt
hiervoor WOZ-Consultants in op no cure, no pay-basis. In de door hem ondertekende
volmacht staat dat alle ontvangen (proces)vergoedingen op de rekening van WOZ-Consultants
worden uitbetaald. Een eventuele immateriële schadevergoeding (IMSV) komt direct ten
goede van WOZ-Consultants.
WOZ-waarde verlaagd maar geen IMSV Rechtbank Noord-Holland verlaagde de WOZ-waarde en kende een vergoeding toe voor de
proceskosten en het betaalde griffierecht. Het staat vast dat de redelijke behandeltermijn
is overschreden met ruim één maand. Er is geen sprake van bijzondere omstandigheden
die een verlenging van de redelijke termijn rechtvaardigen. De rechtbank kende echter
geen immateriële schadevergoeding toe.
Alsnog IMSV toegekend Hof Amsterdam wijst er op dat de Hoge Raad meermaals heeft geoordeeld dat bijstandverlening
op no cure, no pay-basis niet de weg staat aan een immateriële schadevergoeding. Het
is ook geen bezwaar dat een eventuele IMSV altijd aan de rechtsbijstandverlener ten
goede komt, zoals in deze zaak. De man heeft dus wel degelijk recht op een immateriële
schadevergoeding van € 500 voor een termijnoverschrijding van (naar boven afgerond)
een half jaar. Het hof ziet geen reden voor een matiging van de schadevergoeding,
zoals de heffingsambtenaar betoogt. De IMSV is niet afhankelijk van de aard van het
geschil en er kan alleen een vergoeding worden geweigerd als er een zeer gering financieel
belang bij de procedure bestaat, te weten € 15 of minder. Het wetsvoorstel Wet herwaardering
proceskostenvergoedingen WOZ en BPM, waarin de IMSV voor WOZ-zaken in beginsel op
€ 50 per half jaar is gesteld, is ook geen reden voor een lagere IMSV. Deze wet geldt
niet voor besluiten en uitspraken van vóór de inwerkingtredingsdatum van 1 januari
2024.
Bron: Hof Amsterdam 19-12-2023 (gepubl. 17-01-2024). 

Punt & Van de Weerdt