Bel ons Stuur een mail Klantenportaal Naar klantenportaal

​Als een juridische fusie een rentevoordeel en schaalvoordelen oplevert, is aannemelijk
dat zij hoofdzakelijk plaatsvindt vanuit zakelijke motieven. In dat geval kan de fusievrijstelling
in de overdrachtsbelasting van toepassing zijn.

Een woonstichting heeft in 1994 een nieuwe stichting opgericht. Een van de statutaire
doelen van deze exploitatiestichting is het verwerven, stichten en exploiteren van
gebouwen en andere werken. In 1994 verwerft de exploitatiestichting een kantoorgebouw.
Vervolgens verhuurt zij dat pand aan de woonstichting en een andere stichting. De
woningstichting, de andere stichting en een woningbouwvereniging fuseren in 1996 tot
een instelling in het belang van de volkshuisvesting. Deze volkshuisvestingsinstelling
is de enige bestuurder van de exploitatiestichting en huurt van haar het kantoorgebouw.
In de jaren 2016 en 2017 heeft de exploitatiestichting geen personeel in dienst. Zij
gaat op 20 december 2018 in het kader van een juridische fusie op in de volkshuisvestingsinstelling.
De vraag is of de volkshuisvestingsinstelling de fusievrijstelling in de overdrachtsbelasting
mag toepassen. De inspecteur meent dat de fusie niet hoofdzakelijk heeft plaatsgevonden
op grond van zakelijke overwegingen. Daarom weigert hij de toepassing van de fusievrijstelling.
Ook zakelijk vanwege schaalvoordelen Hof Amsterdam is het oneens met de fiscus. De volkshuisvestingsinstelling heeft gesteld
dat zij het kantoorgebouw in eigendom moest verwerven om zo een gunstige financiering
te krijgen voor een verbouwing van het gebouw. Dankzij de gunstige financiering heeft
zij een rentevoordeel behaald van € 3,7 miljoen. Bovendien heeft de verbouwing geleid
tot een verbetering van haar economisch en maatschappelijk functioneren. Zij kon namelijk
personeelsleden van twee kantoren samenbrengen op één hoofdkantoor. Deze omstandigheden
doen het hof oordelen dat de juridische fusie wel degelijk hoofdzakelijk was gegrond
op zakelijke motieven. Daarbij merkt het hof op dat het de volkshuisvestingsinstelling
heeft vrijgestaan om in dit verband de weg van een juridische fusie te begaan. Dat
zij het pand ook zonder juridische fusie had kunnen verkrijgen, doet daar niets aan
af. Daarom oordeelt het hof dat de fusievrijstelling van toepassing is.
Bron: Gerechtshof Amsterdam 02-06-2023 (gepubl. 09-06-2023) 

Punt & Van de Weerdt